dinsdag 19 mei 2009

In het hoofd, op de tong

Gedachten in je hoofd zijn helder, concreet en absoluut. Vooral als je je er in alle rust aan wijdt/overgeeft.

Het gekke is, dat wanneer je ze uitspreekt, wanneer je je gedachten vertaalt van latent aanwezig naar verbaal, wanneer je ze dus letterlijk ‘uit’, ze ook daadwerkelijk uit je mond komen en daarmee vluchtig worden. Ineens zijn het dan ‘maar’ woorden. Is de samenhang die in je gedachten zo scherp was zoek. Een denkproces kun je dus maar beter niet verbaal verstoren…

Eigenlijk gaat het al ‘mis’ zodra je de woorden ‘ja, dat zou weleens kunnen werken’, of ‘dát is een goed idee!’ over je lippen laat gaan. Het idee staat dan nog in je geheugen gegrift, maar het denkproces dat daaraan voorafging, de logische samenhang die tot dat goede idee leidde, is vluchtig geworden. Het is – of beter nog: je bent – dan letterlijk ‘uit je hoofd’. Uitspreken lijkt dus uit den boze.

Het grappige is dat schrijven wél werkt. De woorden komen automatisch uit je pen, maar omdat je ze niet uitspreekt, blijf je tijdens het schrijven bij je gedachten – je tast het denkproces niet aan. Aparte gewaarwording.

Het lijkt erop dat het denkproces in de bovenkamer en het proces van verbaliseren niet naast elkaar kunnen bestaan. Dus ook wij vrouwen kunnen niet altijd twee dingen tegelijk.. Voldoende spreekwoorden en gezegden die dit kracht bijzetten: ‘het hart op de tong hebben’, ‘veel geschreeuw en weinig wol’, ‘loze woorden’.

Geen wonder dat de grote denkers van deze wereld een vaak wat teruggetrokken bestaan leiden. En geen wonder ook dat grote yogi’s, of andere ‘goeroes’ door de eeuwen heen met zulke ware levenswijsheden zijn gekomen na een periode van terugtrekking in stilte en meditatie.

Zelf had ik nooit echt bij dit proces stilgestaan, totdat het me in een moment van bezinning letterlijk gebeurde: ik had een interessante gedachtegang, dacht dat het goed zou zijn die op te schrijven, en terwijl ik pen en papier pakte zei ik hardop “da’s boeiend!”. En.. weg was ie.. En met geen mogelijkheid meer terug te halen.. Althans: wel het uiteindelijke idee/de conclusie van mijn overwegingen, maar niet de achterliggende argumentatie. Alsof m’n hersenkwabben zich hier overheen hadden gesloten zodra ik m’n mond open had gedaan. Zouden die twee samen scharnieren? Mond open = hersenkwab dicht…?

Dit verklaart wel waarom ik – de extravert, de flapuit – nog weleens ineens iets wil roepen in bijvoorbeeld een vergadering, wat ik dan niet goed kan onderbouwen. Daar is dan een heel denk- en argumentatieproces aan vooraf gegaan in mijn hoofd, maar vanaf het flapuit-moment en de ‘spotlight’ is dat ver te zoeken. Ik sta dan letterlijk met m’n mond vol tanden. “Geloof me nu maar, in mijn hoofd was hier een heel duidelijke reden voor, dus mijn stelling is steekhoudend” is natuurlijk niet echt een sterkt overtuigend item richting je collega’s. Wellicht in het vervolg dus toch maar eerst uitdenken, dan in stilte opschrijven en pas dán het woord nemen. Je wat introverter opstellen hoeft nog niet zo gek te zijn..

Luisteren, naar je eigen gedachten of de woorden/gedachten van anderen is dus erg belangrijk. Maar ook erg moeilijk. Als je ziet dat één uitgesproken woord je volledig uit je gedachtenstroom, je ‘flow’, kan halen, dan is het – wetende dat er nog 1.001 andere afleidingen bestaan – niet zo vreemd dat mensen zich letterlijk opsluiten/afzonderen als ze echt hun gedachten ergens bij moeten houden. Dit verklaart ook dat mediteren, écht met jezelf zijn, één met je gedachten, lang niet voor iedereen een makkie is. Vooral niet voor de extravert, die vaart op externe impulsen en daar uit gewoonte vrijwel acuut aan toegeeft.

Wetenschappers, onderzoekers en andere analytici kunnen dus voor eenieders bestwil maar beter (aangeleerde) introverten zijn. Vandaar wellicht dat de meeste bèta-personen als ‘nerds’ bestempeld worden: zij zijn in staat zich – zelfs in aanwezigheid van anderen – volledig in hun eigen wereldje terug te trekken. Maar zij komen wel – en juist daardoor – tot briljante vindingen. “Nerd” is dan ook een woord dat mijns inziens is verzonnen en ook enkel wordt geuit door de extraverten onder ons (veel ook de alpha'ers), misschien wel gewoon uit (onbewuste) jaloezie, een gevoel van on(be)grijpbaarheid. De extravert is dit ‘terugtrekken’ vreemd, dus hij ziet dit al snel als ‘onsociaal’ gedrag. Aan de andere kant zal hij nooit (of in ieder geval slechts sporadisch) tot geweldige wetenschappelijke bevindingen komen, daarvoor is zijn aandachtsspanne te kort.

“Nerd” wordt daarmee bijna een ‘liefkozend’ woord. Dat de nerds onder ons dat even weten!

zaterdag 19 juli 2008

Hartverwarrende verslaving..

Het is zover.. Ik ben in die fase gekomen waarin de hele omgeving aan het settelen is gegaan. Zonder pardon. Niks in drievoud schriftelijk aankondigen. Gewoon out of the blue. Allemaal tegelijk. En, don’t get me wrong, ik gun het mijn vrienden natuurlijk uit de grond van mijn hart. Er is niets mooiers dan een vriend en een vriendin zonder de spreekwoordelijke eromheen gewonden doekjes te horen vertellen dat ze voor elkaar gemaakt zijn. Alleen, dat is geweldig als het één stel in je omgeving is. Jaar in jaar uit had ik altijd nog dat kleine groepje diehard vrijgezelle vrienden om me heen. Die vrienden en vriendinnen met wie je op een bankje in het park of op een terras alles kunt afzeiken wat langsloopt. En dan vooral knusse stelletjes. Heerlijk om dat leventje wat je eigenlijk het liefst zou willen keihard de grond in te boren. Met versterking. Cynisme ten top. Maar is dat cynisme wel echt gericht op die ‘gezapige koppeltjes’? Of is het vooral zelfcynisme?

Denial
Het is net als met roken: we zijn in denial. We zijn vooral niét verslaafd. Zo ook in dit geval. Wij stoere, zelfstandige 30-ers, we have it all! Mannen? Niet nodig! Waarom we ‘nog’ alleen zijn? We zijn zo self sufficient, dat is bedreigend voor de man. En als we dat maar hard genoeg roepen, dan wordt het waarheid. Sterker nog: het ís de waarheid! We weten het zeker! Denken we..

Rennend van het ene vrijgezellenfeestje naar het volgende huwelijksbootje vragen we ons af waar we mee bezig zijn, dit verdoezelend onder een enorm klachtenspervuur over geldverspilling aan trouwcadeaus en feestoutfits. Tegelijkertijd geven we het gelukkige stel onze mooiste ‘oprechte’ glimlach en gelukwensen. En menen we het ook. Met kiespijn..

Vrijgezel? Vrij-gevig!
De grootste berg gal wordt gespuwd over de vrijgezellendagen: wij, de échte vrijgezellen, betalen ons scheel om iemand die op korte termijn het ja-woord gaat roepen ten overstaan van de halve wereld, nog één avond als vrijgezel in de spotlight te laten staan. Hallo!!! WIJ zijn degenen die die spotlight verdienen verdorie! Wat is er gebeurd met deze wereld???

Een oude aflevering van SATC komt top of mind: Carry doet een rekensommetje en komt tot de conclusie dat mensen met een relatie ons singles duizenden euro’s kosten: huwelijkscadeaus, babyshowers, ze slurpen onze single-bankrekeningen categorisch leeg. En wij trekken aan het kortste eind. Want: als we single blijven, is het wat-je-geeft-zul-je-terug-ontvangen-concept ver te zoeken! In deze aflevering rekent Carry hier voor eens en voor altijd mee af: zij stuurt haar getrouwde vriendin met 4 kinderen (die haar inmiddels al een paar duizend dollar heeft gekost) een huwelijksaankondiging van Carry met Carry en vermeldt daarbij haar cadeauregister: Manolo Blahnik. Niet onverstandig. Ik zal ook eens nadenken over een gepaste single-cadeaulijst. It’s just me myself and I from now on.

Cold, cold Christmas turkey
Leuk geprobeerd. Cynisme werkt prima. Als je mensen om je heen hebt om dit mee te delen. Ieder jaar op tweede kerstdag, als de stelletjes bij de ene of de andere schoonfamilie opzitten tijdens een ellenlang vijfgangendiner, zitten wij – de vrije vrienden en vriendinnen – in een heerlijk ongecompliceerde tapasbar en prijzen ons gelukkig dat we vrijuit kunnen lachen, drinken, roken, spuien. Afgelopen tweede kerstdag was echter een donkere dag. Het was ons even ontschoten dat we ieder jaar met één vriend/-in minder aan tafel zaten. En op deze specifieke tweede kerstdag waren er nog maar twee… Het etentje werd afgeblazen. Voor het eerst in 8 jaar. En het bleek nog een ‘Last Christmas’ te worden ook, want nog geen twee maanden later was ook die ene vriend die nog ‘over’ was tot over zijn oren verliefd. Het kan verker-ing.

En daar zit je dan met je cynisme. Je verslaving aan denial. De echte wereld begint door te sijpelen. Je muur brokkelt langzaam af. En je veilige verslaving toont haar eerste heftige afkickverschijnsel: leegte. Cold turkey.

Zomerdwarrels
Maar, er is licht in de duisternis: de zomer is in aantocht. En met de zon wordt ook een blik nieuwe energie opengetrokken. En een blik ‘flings’. Uit het niets fladderen overal nieuwe mensen je leven in. Op terrassen, in het park, tijdens een lome avond op het bankje voor je huis. En voor je het weet ben je zelf ook onder de pannen en deel je in de zomerliefde. Om met de komst van de herfst weer heerlijk terug te kunnen glijden in je cynisme. Want van een verslaving kom je natuurlijk niet zomaar los: verslaafd aan pieken, maakt verslaafd aan dalen. Hoe kun je anders de piek in de meeste intense zin van het woord beleven..? Hartverwarrend die liefde..

Relight my fire..., please?!

Ik heb het eens even een paar weken aangekeken, maar moet het nu toch echt even kwijt: 1 juli 2008, een zwart gat in de geschiedenis. Voor de roker althans. Niet alleen was het optrekken van een rookgordijn het ultieme gebaar van ‘sophistocation’, het gaf je ook een sterk, bijna onaantastbaar gevoel: mijn sigaret en ik, wij observeren hier de boel, zijn onafhankelijk en sterk. We versluieren de boel en analyseren de wereld van daarachter. Helaas moeten we nu weer teruggrijpen naar de krant met gaten, bril en nepbaard, of een andersoortig gordijn.

We’re smoked..
Buiten mijn tot 1 juli jl favoriete kroeg staat een groepje rokers triest in de typisch Hollandse motregen. Verdrongen door de niet-rokers. En alsof dat nog niet voldoende is, moeten de niet-rokers die de kroeg inlopen ook nog even een heel vies gezicht trekken als ze door de exhalerende menigte sluipen. Nonverbale communicatie die boekdelen spreekt. Mark my words: binnen een jaar of twee wordt ook roken in de buurt van een openbare entree verboden, niet lang daarna het roken op straat (want die uitlaatgassen waren al tot daar aan toe) en nog even en niet-rokers eisen ook in het huis van een roker dat hij/zij zijn toevlucht zoekt tot een stiekem sigaretje in de kruipruimten. Het moet niet veel gekker worden!

Aanmoedigingsbeleid
Gelukkig gebeuren er ook positieve zaken: de NS deelt bijvoorbeeld chocoladesigaretten uit aan rokers die niet bij de rookzuilen staan (wie wil er nu bij die in de fik staande stinkzuilen staan vraag ik me af), met het verzoek de volgende keer toch liever bij de rookzuil te gaan staan. Voor een chocoladefetisjist is dit dé reden om de volgende keer wéér op geruime afstand van die vermaledijde zuil te gaan paffen: als dat je een gratis pakje sigaretten oplevert, ook al zijn ze van chocola, wat wil je dan nog méér?!

Daarnaast moeten alle rokers als de sodemieter weer in God gaan geloven en naar de kop van Noord Holland verhuizen. Daar is namelijk de enige echte rokersparochie opgericht. Roken in het heilige huis: de Kerk is wel héél wanhopig.. Maar we hebben in ieder geval nog een veilige haven als we echt nergens anders meer terecht kunnen. Thank God voor deze oplossing, we’ll keep it in mind!

Rook jij dat ook?
Waar onze vriendelijke vrienden in rookvrij Den Haag niet bij stil hebben gestaan, is dat rook in een bar of discotheek niet alleen een mooi waas legt over de avond, het versluiert ook een stevige dosis smerige luchtjes. Na mijn eerste niet-roken-in-een-discotheek-avond vorige week, heb ik mij stellig voorgenomen ofwel thuis te blijven, ófwel de volgende keer gewapend met een literspuitbus deo de betreffende horecagelegenheid te betreden. Een penetrante, zure lucht van zweet, alcohol en niet nader te specificeren andere stanken bedwelmt de bezoeker bij gebrek aan sigarettenrook. Met het verbieden van roken mag de overheid op zijn minst de belastingen op deo en andere geurverfrissers drastisch verlagen. Drogisterijen verenigt u en sla u slag! Wij beloven u een ware run op het deo-schap.

Waar rook was, was vuur..
Was de roker al meer en meer een soort van social outcast, de rokende single kan het helemáál schudden in dit nieuwe tijdperk. Niet alleen trokken rokers gemakkelijk naar elkaar toe (het geweldige cliché ‘in de rokershoek is het altijd zo gezellig/moet je zijn voor alle nieuwtjes’ ging voor 100% op, dat kunnen zelfs niet-rokers beamen), het was ook echt een heerlijke ijsbreker. Buiten de supermarkt en het verkeer was de kroeg dé plek voor de single om naar een ‘match’ te zoeken.

En ook voor de non-singles betekent dit een aderlating: zij zullen niet meer kunnen genieten van de shabby versiertaferelen die zich voor hun neus afspeelden. Zonder dat vertroebelende rookgordijn wordt alles toch een stuk minder aantrekkelijk… Al zal de niet-roker dit natuurlijk in alle toonaarden ontkennen. En terecht. Het draait allemaal om perceptie.

Een nostalgisch gevoel bekruipt mij. De gedoodverfde oneliner ‘mag ik een vuurtje’ zal vanaf heden tot de klassiekers worden gerekend en verwerft een soort martelaarsstatus. Met een beetje weemoed steek ik buiten in een donker hoekje een laatste sigaretje op.. Toch maar weer naar de buurman voor het verguisde kopje suiker.

woensdag 20 februari 2008

Geflopte extravert?

In de moderne kantoorwereld zal bijna iedereen weleens aan een uitgebreide persoonlijkheidstest (MBTI, enneagram, De Grote Vijf, enz) zijn onderworpen, zo ook ik. Meerdere malen zelfs. En iedere keer weer met een mega uitschieter op het item extraversie. Interessant...

Ex•tra•vert
(bijvoeglijk naamwoord; extraverter, meest extravert; extraversie)
1 op de buitenwereld georiënteerd

Wikipedia legt uit: Bij een extraverte instelling is de energie naar buiten gericht, op mensen, activiteiten en dingen. Extraverte mensen zijn energiek, enthousiast, actie-gericht, spraakzaam en assertief. Zij vinden het fijner om met andere mensen samen te zijn dan om alleen te zijn.
Bij een introverte instelling is de energie naar binnen gericht, op de eigen gedachten en gevoelens. Introverte mensen zijn rustige types, weloverwogen, beschouwelijk en voelen zich in onbekend gezelschap niet gauw thuis. Zij zijn liever alleen dan in een groep.

Extraversie komt op veel mensen over als ´zeker van jezelf´, vol zelfvertrouwen. Maar hoe vaak verschuil ik mijzelf niet achter mijn extraversie-dekmantel als ik juist mijn ónzekerheid wil verbergen? Bijna dagelijks..

Tuurlijk, ik ben ergens ook wel een extravert in hart en nieren: in 99% van de gevallen dat ik nieuwe mensen ontmoet, gaat dit van een leien dakje. Op een feestje zal ik niet snel in mijn eentje staan. In een nieuwe kroeg ken ik al snel de medewerkers en maak slappe grappen met de stamgasten. Ik heb eerder moeite om mijn sociale kring behapbaar te houden, dan om deze te willen proberen uitbreiden.

En toch ben ik op de een of andere manier de laatste jaren ook zo gesloten als een grafzerk.. Vooral richting relationele kandidaten: het juk van de extreme zelfbescherming, Extraversie als dekmantel..

Kun je jezelf nog herinneren als kind? Zonder hoogtevrees, zonder schaamte om en plein public te schreeuwen, zingen of oreren, zonder bewustzijn van sociale do´s & don´ts, van gevaren, van het grotere verband. Heerlijk jezelf zijn zonder scrupules. Ik denk dat de extravert in de loop van zijn/haar leven daar steeds iets meer van verliest. En – gelukkig – daar de berekenende wijsheid van de introvert voor in de plaats zal krijgen. Wie weet is dit mijn eerste stap op weg in die richting. Het voelt als een soort ongewenste overgang.. Of is het gewoon een milde vorm van 30-dip?

Ijskoningin of relationeel drama?
Nee, nee! Ik ben geen sneu geval! Althans, dat vind ik zelf absoluut niet, en dat is ook niet de strekking van dit schrijven. En ik ben ook geen totale kluizenaar als ´t op het ‘liefdesleven’ aankomt. Niets om meelij mee te hebben dus. Alleen, net als in mijn werk is ook dít onderdeel van mijn leven een projectmatige aangelegenheid geworden, met vooral zo min mogelijk emotionele afhankelijkheden. Ik laat de potentiële ware Jacob niet graag (gemakkelijk) binnen (en weer naar buiten).

Deze projectmatige dates blijven veilig omdat ze ofwel bestaan uit contacten van járen terug: goede vrienden bij wie je af en toe ook lichamelijk je gram kunt halen, zonder dat er van één beide kanten méér wordt verwacht.
Óf de relatieve anonimiteit van een internetdate, waarbij je niet zozeer op zoek gaat naar een 100% relationele match, alswel naar iemand met wie ´t klikt, maar met wie je geen verleden deelt en/of wilt delen, zodat je altijd in de safe zone opereert. En wil de ander méér, dan is de vriendschap pril en onafhankelijk genoeg om hem zonder al te veel omhaal en emoties te kunnen afkappen. Kortom: veiligheid alom. Hm.. Maakt dit mij tot een arrogante ijskoningin? Of heb ik gewoon wat moeite mezelf open te stellen..?

De wondere wereld van www
Terug naar extraversie, want daar is het natuurlijk allemaal om is begonnen in deze blog. Je zou verwachten dat ´t internet vooral de ´playground´ is voor de introverten van deze wereld. ´t is wel spannend, maar ergens ook heel veilig (tot aan de date). Wat doen dan al die extraverten, die mensen die al misselijkmakend vaak de zin ¨Hoe kan ´t nu dat zo´n mooie/leuke/open persoon als jij nog single is?¨ te horen hebben gekregen op een datingsite??! Thrillseeking? Nope, lang niet in alle gevallen.. De meesten zullen zeggen dat ze in hun sociale kring en werkomgeving geen leuke nieuwe mensen tegenkomen, of in ieder geval geen potentiële relatie, en daar schuilt vast en zeker een kern van waarheid in. Echter, voor mij – en ziehier de flop van mijn extraversie – is het vooral het gegeven dat mijn extraversie mij 100% in de steek laat als ik in real life een leuke (onbekende) man tegenkom, bij wie ik meer voel dan een mogelijke goede vriendschap.. Gedaan is het dan met de vlotte babbel, de open blik, de ongedwongen houding. Neergeslagen oogleden en pubergedrag of een gesloten persoonlijkheid nemen het dan pijlsnel over. Mijn 2e ik.. Welkom introversie..

Extravert-plus, de notoire ratelaar
En met ´n beetje pech – gelukkig op één hand te tellen – neemt mijn 3e persoonlijkheid, de ultra-extravert, het over. Dat is al helemáál fataal: het is de ratelende extravert, de extravert die continue aan het woord is, er is niet tussen te komen. Enkel en alleen om de daarachter verscholen zittende introvert, de onzekere, gevoelige persoon, zover mogelijk van de situatie weg te houden. Want ¨You´re a strong, self-confident woman¨. Er is geen ruimte voor teveel gevoelens ‘in the open’. Je wilt stoer overkomen. En dat kan dan met ´n beetje pech ofwel geïnterpreteerd worden als ´hysterisch´, ofwel als arrogant en ´too much/all over the place´, en in de meeste gevallen als ‘te zelfstandig’ en daarmee ‘onbereikbaar’. ´t Zou niet de eerste keer zijn dat ik iemand van mij weg heb geduwd vanwege mijn ´self-sufficiency´.

En áls mijn ´dagelijkse extraversie´ dan eens stand houdt (bijvoorbeeld bij de internetdate) en er ontstáát een sexuele spanning en een mogelijkheid tot meer, dan begint stante pede mijn zoektocht naar futiele details, die mij bevestigen dat deze persoon niet geschikt voor mij zou zijn: hij laat de WC-bril omhoog staan, hij vergeet na een nacht bij mij zijn tandenborstel mee te nemen (lees: hij probeert al kastruimte te forceren..), hij houdt de deur niet voor me open, hij is te sensitief of juist te macho. Ik vind altijd wel iets onnozels.

Kortom: ik gedraag me als ´n Samantha of – meer nog – een Miranda, maar achter deze façade schuilt een Carrie, en mogelijk zelfs een Charlotte..

Het begin zoek.. En de sleutel ook
Is het arrogantie, of zelfbescherming, als ik stel dat de echt voor mij geschikte man hier wel doorheen zal prikken of breken?

Volgens een aantal van mijn vrienden wél. Ik heb zelf dat muurtje (of eigenlijk: die ondoordringbare vesting) gebouwd, het licht uit gedaan, de deur gebarricadeerd, het slot erop gedaan en de sleutel weggegooid. Ik zal op z´n minst de voordeur op een kiertje moeten zetten. Makkelijk gezegd.. Ik weet zelf ook niet meer precies waar ik die verdraaide sleutel heb gelaten.. En stel dát ik ´m vind en de deur – met dat inmiddels roestige slot – open krijg, dan is er een groot risico dat ik bedolven raak onder de rotzooi die zich achter die deur heeft opgestapeld en dat is geen prettig vooruitzicht.. Het leven zonder rugzakje is veel gemakkelijker. Dus ik laat die knapzak het liefst achter slot en grendel.

Waar ik precies naartoe wil met deze blog? Dat achter iedere extravert een introvertje schuil gaat? Dat ik de spreekwoordelijke kluts kwijt ben? Dat niet alles is wat het lijkt? Geen flauw idee. Mijn hersenspinsels onder woorden brengen denk ik. Voor mezelf duidelijk krijgen wat er in mij om gaat, welke tegenstrijdig- en gevoeligheiden aan de basis liggen van mijn gedrag. En er misschien onderweg ook iets van gaan begrijpen.

¨Schrijf ´t van je af!¨ dus. Hm.. dat zou een mooie come back line kunnen zijn voor Martin Ambrosius..

vrijdag 10 augustus 2007

La vida seriosa?

It´s a bizarre thing to notice that you can be really swallowed by life... After one week only, Barcelona seemed miles away. My memories lost in daily business...

What is it about this strange, hyper active world we live in, that we stop looking back, cherishing memorable moments and let us been led by schedules, exploding Outlook and Gmail-inboxes, mobile phones and 24/7 rush hour? Being incognito, but also being seen? Being state-of-the-art, but also pretending to be normal?


How come that Amsterdam seemed such a small relaxing village when I came back from Barcelona? And that it turned out to be a rat race?
How come that Barcelona seemed such a crazy, crowded major city, turning out to be like a little village, where people knew each other and took time to relax?
How about some contradictions?????!

I almost came to believe that it has something to with the weather... Because last weekend, finally, everything seemed Spanish out here: the sun was shining, temperatures hit 30 and life head outside, swimming in a finally acceptably temperatured sea, relaxing on aero-beds, chilling with wines and tapas in parks, dancing until nightfall at festivals all over town.


Have we finally come to realise that life is not only about careers, gaining ground, knowing the right people, running from appointment to appointment, always being behind on your schedule?

Well... at least we realised it during one fine long weekend, reliving memories, regaining strength for another crazy fortnight...

Welcome to Amsterdam, the city that never sleeps...

zaterdag 14 juli 2007